Auteur: Joyce Hellendoorn
We voelen dat het tijd is om op grotere schaal een beweging in gang te zetten. Beter gezegd, om ons aan te sluiten bij de beweging die momenteel gaande is. Waar we elkaar als vrouwen steunen, voelen en vrouwen over de hele wereld te laten weten dat er steun is. We weten niet hoe we dat voor elkaar gaan krijgen maar het is een diepe wens. We kunnen alleen maar volgen en doen wat we nu kunnen doen. Wetende dat het altijd verandert. Dat het misschien niet in ons leven zal gebeuren maar wij kunnen alleen maar doen wat wij kunnen doen. Net zoals de vrouwen voor ons. Zij hebben gedaan wat zij konden, dus eigenlijk voor ons. Waardoor ons leven als vrouw er nu al zo totaal anders uit ziet. Waarin we vrij zijn om ons te ontwikkelen en te ontplooien.
We zijn flink doorgeslagen naar het mannelijke. Kijk maar naar de drang tot economische groei, de opbouw, de structuur, de regels. In het onderwijs, in onze wetten, onze regeringen en in oorlogen. We zien mensen die op de vlucht zijn, zich niet veilig voelen, in krottenwijken leven, in vluchtelingenkampen, kinderen die onder erbarmelijke omstandigheden leven, vrouwen in onveilige situaties, mannen die niet meer bij hun gezin kunnen zijn, seksslavernij, milieurampen, dictatuur van de farmaceutische industrie. We worden er niet vrolijk van en kijken liever de andere kant op. We willen het niet weten.
Als er iets doorslaat, dan slaat het vaak door naar de andere kant. Naar afbraak en chaos; de vrouwelijke tegenpool. Om te zorgen dat we met zijn allen in balans blijven, lijkt het me zinvol dat de mensheid het vrouwelijke in zichzelf weer gaat omarmen, alleen weten we niet meer zo goed wat dat is zo gewend als we zijn aan die constante zucht naar groei, vooruitgang en structuur die zo verheerlijkt wordt.
Het is mooi dat steeds meer vrouwen het vrouwelijke in zichzelf hervinden; het water, de zachtheid, de kwetsbaarheid, het meedeinen, het vloeien, het drijven. Maar daar komen we er niet mee. Het is belangrijk dat vrouwen hun mond open gaan trekken en zich tegen onze wereldproblematiek gaan aan bemoeien, op een vrouwelijke manier. Dat betekent niet afwachten maar voorleven. Niet huilend wijzen naar de ellende in de wereld maar je instinct volgen en doen wat er nodig is. Meer grenzen gaan trekken en bewaken en zichtbaar hierin worden. Niet meer bang zijn als dat anders is dan gebruikelijk en buiten de lijntjes gaat. Voorbij de ongeschreven regels, voorbij het oordeel van de buitenwereld, omdat het gewoonweg zielsgoed voelt.
Jezelf uitspreken, je laten horen, groot denken, voorbij het ego in volledige dienstbaarheid naar het grotere geheel. Maar ook zonder jezelf daarin voorbij te rennen, jezelf te koesteren, elkaar daarin op te zoeken, de samenwerking met mannen aan te gaan, zonder je eigenheid als vrouw te verliezen. De eigenheid in kracht van het vrouw zijn te erkennen en waarderen. De eigenheid in kracht van de man te erkennen en waarderen. Van elkaar te leren en elkaar te eren. In gelijkwaardigheid te leven en samen te werken. En dat gaat niet over rebelleren en schoppen, dit gaat over met een groot hart in actie komen.